Programmanummer | 7 | |
Commissie | Onderwijs en samenleving | |
Portefeuille(s) | Kansengelijkheid, jeugd & onderwijs |
De missie van het programma Jeugd en onderwijs luidt: Stand van zaken bij Voortgangsrapportage
|
Doel | Prestatie | |
7A1 Een krachtige pedagogische samenleving | 7A1.1 Betrekken van de jeugd via jeugdparticipatie | |
7A1.2 Waarborgen kwaliteit (openbare) speelruimte | | |
7A1. 3 Ondersteunen spelbevordering | | |
7A2 Goede (gebiedsgerichte) ondersteuning en hulp aan jeugd en gezin | 7A2.1 Vanuit het CJG uitvoeren Wet Publieke Gezondheid | |
7A2.2 Vanuit het CJG organiseren van informatie en advies en opvoedingsondersteuning | | |
7A2.3 Vanuit het CJG organiseren van jeugdhulp door middel van jeugdteams | | |
7A3 Goede specialistische hulp beschikbaar | 7A3.1 Het doen organiseren van specialistische hulp | |
7A2.3 Vanuit het CJG organiseren van jeugdhulp door middel van jeugdteams
De bezetting van de Jeugdteams is een uitdaging door tekorten op de arbeidsmarkt, wat de inzet bemoeilijkt. Het is lastig in te zetten op de arbeidsmarktproblematiek, extra financiering is hiervoor bijvoorbeeld geen oplossing. Ook staan de Jeugdteams onder druk door cliëntenstops in de specialistische jeugdhulp. Om te komen tot een efficiëntere triage bij intake en daarbij ook passendere verwijzingen, is voor de centrale intake van alle Jeugdteams in 2023 gestart met het Bureau en Triage Team (BenT). Dit expertisepunt wordt verder ingebed in de organisatie. Daarnaast is de toevoeging van gedragsspecialisten aan de Jeugdteams een positieve ontwikkeling gebleken. De samenwerking met het speciaal onderwijs is versterkt, maar behoeft in het regulier onderwijs nog aandacht.
7A3.1 Het doen organiseren van specialistische hulp
In het eerste halfjaar is gewerkt aan een integrale aanpak van de wachtlijsten en wachttijden naar aanleiding van de bestuurlijke opdracht hiertoe in november 2022. We starten verschillende pilots en werkplaatsen om de wachttijden te verkorten in de uitvoering van de jeugdhulp. Financieel zien we een toenemende druk op het aanbod wat, samen met hoge indexatiecijfers, leidt tot hogere kosten. De oorzaken hiervan zijn een toenemende en complexere vraag, een stagnerende uitstroom en hoge inflatie.
Doel | Prestatie | |
---|---|---|
7B1 Kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van kindercentra | 7B1.1 Zorg dragen voor voldoende aanbod peuterspeelzaalwerk | |
7B1.2 Waarborgen kwaliteit kinderopvang / peuterspeelopvang | |
Er zijn geen afwijkingen ten opzichte van de begroting.
Doel | Prestatie | |
7C1 Gelijke onderwijskansen voor kinderen van nul tot dertien jaar | 7C1.1 Waarborgen van aanbod, kwaliteit en deelname aan voor- en vroegschoolse educatie | |
7C1.2 Stimuleren hoogwaardig taalaanbod op onderwijskansenscholen | | |
7C1.3 Bevorderen van ouderbetrokkenheid bij doelgroepkinderen | | |
7C2 Goede onderwijs-ondersteuning en samenwerking in het onderwijs | 7C2.1 Ondersteunen zorg voor leerlingen met specifieke behoeften | |
7C2.2 Stimuleren samenwerking en voorzieningen in het onderwijs | | |
7C3 Als kennisstad toekomstbestendig onderwijs bevorderen met extra aandacht voor internationalisering en duurzaamheid | 7C3.1 Stimuleren van een duurzame rijke leeromgeving waarin leerlingen en onderwijsprofessionals hun eigen talenten kunnen ontwikkelen met aandacht voor een doorlopende leerlijn | |
7C3.2 Stimuleren dat leerlingen worden voorbereid op een internationale samenleving | | |
7C3.3 Bevorderen van een toekomstgerichte talentontwikkeling door samenwerking van onderwijs met bedrijven en instellingen | | |
7C4 Zoveel mogelijk leerlingen volgen onderwijs en halen een startkwalificatie of het verwerven van een werkplek | 7C4.1 Sturing geven aan projecten die zich richten op het behalen van een startkwalificatie, terugkeer naar het onderwijs (ook voor thuiszitters) of het verwerven van een werkplek | |
7C4.2 Tegengaan verzuim leerplichtigen | |
7C4.1 Sturing geven aan projecten die zich richten op het behalen van een startkwalificatie, terugkeer naar het onderwijs (ook voor thuiszitters) of het verwerven van een werkplek
In Leiden nam in 2021-2022 het percentage voortijdig schoolverlaters (VSV) toe van 2,3% (2020-2021) tot 2,7%: tot 187 Leidse vsv'ers uit VO, VAVO en Mbo (voorlopige cijfers). De situatie is niet per se slechter dan voorheen, maar we hebben het wel beter in beeld. Na de coronajaren dringt het Regionaal Bureau Leerrecht (RBL) er bij Mbo’s op aan studenten uit te schrijven als zij de opleiding niet voltooien. Dat maakt VSV’ers zichtbaar en een aanbod op maat mogelijk. De nieuwe hoger uitgevallen cijfers door de nieuwe aanpak zorgen dat de prestatie van groen naar oranje is veranderd.
7C4.2 Tegengaan verzuim leerplichtigen
Het relatief verzuim steeg van 15 naar 22 per 1000 leerplichtigen in 2021-2022 ten opzichte van het schooljaar ervoor. Het RBL dringt er bij scholen op aan verzuim te melden, zodat er een basis is voor het gesprek over oorzaken en maatregelen. Het RBL zag in 2021-2022 een toename van Leidse thuiszitters (leerlingen die langer dan drie maanden geen onderwijs volgen) onder leerlingen met schoolinschrijving. Ook steeg het aantal vrijstellingen onder 5-18 jarigen. De inzet van extra acties op dit onderwerp verloopt echter nog niet snel genoeg. We zetten extra in op het voorkomen van thuiszitten, omdat het terugkeren naar school niet eenvoudig blijkt te zijn. In 2022-2023 startte op VO-scholen een tweede RBL-consulent die zich richt op langdurig verzuim. We werken met professionals (op de scholen, in jeugdteams, cig e.a.) aan betere afspraken over samenwerking en we breiden in 2023-2024 de laagdrempelige hulpverlening op het VO uit: jongeren kunnen er tijdig terecht met problemen. Ook jongeren op de wachtlijst voor jeugdhulp vinden er een aanspreekpunt.
Doel | Prestatie | |
---|---|---|
7D1 Goede kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting | 7D1.1 Realisatie van nieuwbouw, uitbreiding en vervanging van lesgebouwen en gymnastieklokalen | |
7D1.2 In stand houden van de bestaande gebouwenvoorraad door onderhoud en aanpassingen | | |
7D1.3 Uitvoering van de overige wettelijke taken zoals ozb, schadeherstel en bekostiging gymnastiekonderwijs | |
Na de afgelopen Meivakantie is de nieuwbouw van het schoolgebouw voor de twee basisscholen De Tweemaster en Kwintijn (voorheen De Meerpaal) inclusief ruimte voor buitenschoolse opvang en peuterspelen aan het Broekplein in gebruik genomen. Deze zomer is het gerenoveerde en uitgebreide schoolgebouw van Het Metrum, gelegen aan de Schubertlaan 131, opgeleverd.
Andere projecten verlopen iets minder voorspoedig dan verwacht. Ze wordt nog nader onderzoek uitgevoerd m.b.t. project Oppenheimstraat. Ook de bouwontwikkeling voor het nieuwe Vlietland College neemt meer tijd vanwege een inpassingsvraagstuk m.b.t. de verplaatsing van de Stichting Fatih op het perceel. Om de nieuwbouw van het Vlietland College mogelijk te maken, is sloop van het schoolpand waarin Stichting Fatih gehuisvest is noodzakelijk. Ambtelijk is voorgesteld dit te financieren door een onttrekking vanuit de Reserve leefbaarheidsprojecten in wijken.
Er is een haalbaarheidsonderzoek gedaan naar de ingrepen en kosten om het voormalige Leonardocollege aan de Noachstraat voor ten minste tien jaar als wissellocatie dienst te kunnen laten doen. Bij de kaderbrief is aanvullend krediet gevraagd / beschikbaar gekomen om de benodigde ingrepen in 2024-2025 uit te voeren. De wissellocatie zal vanaf schooljaar 2025-2026 worden ingezet voor de Internationale Schakelklas (ISK) van de Scholengroep Leonardo da Vinci die, nadat hun school aan de Vijf Meilaan is gerenoveerd, hier definitief naar terug verhuist. Na de ISK zullen de Weerklank en de Lucas van Leyden (Vliet) gebruik maken van de wissellocatie Noachstraat. Deze twee projecten zijn, vanwege de noodzaak om eerst de ISK aan de Vijf Meilaan te renoveren, in de planning van het geherwaardeerde IHP doorgeschoven.
Desondanks is de prestatie Realisatie van nieuwbouw, uitbreiding en vervanging van lesgebouwen en gymnastieklokalen op groen gezet. Als beheersmaatregel zijn de lopende projecten uit het IHP geherwaardeerd. Bij de Kaderbrief zijn de budgetten van de projecten uit fase 1 en 2 opgehoogd en is de investeringsplanning getemporiseerd. Dit maakt het mogelijk deze projecten vlot te trekken en binnen de gestelde termijn te realiseren.