Inleiding
In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de kosten van de externe inhuur ten opzichte van de totale personele lasten. In de begroting van 2025 is een streefpercentage externe inhuur van 18,2% opgenomen. Dit percentage inhuur is gebaseerd op de landelijke realisatie van de 100.000+ gemeenten volgens gegevens uit de Personeelsmonitor 2022 van de VNG.
Hoe berekenen we het percentage?
Bij de berekening van dit percentage worden, conform de methode gehanteerd in de Personeelsmonitor, de uitgaven van de externe inhuur berekend als percentage van de totale uitgaven voor personele lasten en externe inhuur.
Externe inhuur is de inhuur van een andere organisatie dan de eigen of een andere ambtelijke organisatie.
De interne inhuur van medewerkers wordt dus niet meegeteld. Dit omdat de inhuur van de ambtelijke organisaties als kosten en inkomsten voor de overheid tegen elkaar wegvallen.
Wat is de prognose voor 2025?
De prognose voor de personele lasten en de lasten van de externe inhuur voor 2025 is als volgt:
Totaal verwachte uitgaven personele lasten: € 166.923.532
Totaal verwachte uitgaven externe inhuur: € 34.237.801
Verwachte percentage externe inhuur: 17,0 %.
Het percentage externe inhuur is lager dan het resultaat van vorig jaar (17,9%), en ook lager dan bij de begroting verwacht (18,2%).
De meeste organisatieonderdelen blijven ruim onder het streefpercentage. De belangrijkste redenen om in te huren zijn: het realiseren van (tijdelijke) projecten, er is specialistische kennis nodig en noodzakelijke vervanging bij ziekte.
Dat het percentage nu lager is komt o.a. doordat de krapte op de arbeidsmarkt niet groter wordt. Eén van de oorzaken is de handhaving per 2025 van de wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet Dba). Als gevolg daarvan kiezen meer zzp-ers voor een vaste baan.