Beheersing plankosten
De huidige opzet van plankosten heeft tot doel plankosten zowel in de fase voor aanvraag voorbereidings-krediet (vh kaderbesluit) als na aanvraag voorbereidingskrediet (vh kaderbesluit) inzichtelijk te maken, teneinde de beheersbaarheid te waarborgen. Om dit blijvend te monitoren zijn er overzichten voor lijn- en projectmanagers om de uren en de euro's in te zien. Daarnaast zijn voor de plankostenteams personeelstarieven berekend en wordt de casuïstiek gevolgd op naleving van deze systematiek.Plankosten worden zo goed en sober mogelijk geraamd, bij de kosten wordt sluitende dekking aangegeven, er zijn heldere afspraken gemaakt tussen teams voor de inzet van capaciteit. Bij overschrijdingen van geraamde plankosten wordt een besluit tot aanvullende dekking gevraagd en de stand van het krediet plankosten in definitiefase wordt gevolgd. Monitoren, evalueren en bijsturen van plankosten is en blijft van essentieel belang voor optimale beheersing van projectkosten.
Plankosten krediet in definitiefase
In de bijgevoegde tabellen treft u de stand van het krediet plankosten in definitiefase. Dit krediet wordt gevoed door een jaarlijkse onttrekking aan de reserve bedrijfsvoering plankosten en is ingesteld vanuit het oogpunt van transparantie, monitoring en bewaking. Elk projectplan definitiefase waarbij voor plankosten in definitiefase een beroep wordt gedaan op het plankostenkrediet, wordt in een separaat collegevoorstel plankostenkrediet aangevraagd. Deze werkwijze is voor het bestuur een goede grondslag voor enerzijds een betere beheersing van plankosten en anderzijds voor prioritering van de projectenportefeuille. Ofwel: het bestuur geeft keer op keer bewust fiat aan het investeren van voorbereidingstijd in projecten en weet precies hoeveel geld hiermee gemoeid is.
Op het moment dat er een aanvraag voorbereidingskrediet (voorheen Kaderbesluit) wordt genomen, worden de plankosten meegenomen in de totale lasten van het project en vloeien de reeds gemaakte plankosten in één keer terug in de reserve. Indien een project geen doorgang vindt, kunnen de kosten uiteraard niet worden meegenomen in de totale projectkosten. In dat geval vindt er geen terugstorting plaats in de reserve en kan dat bedrag niet opnieuw beschikbaar worden gesteld. In beide gevallen zal het project na aanvraag voorbereidings-krediet (voorheen Kaderbesluit) worden afgerond en uit het krediet worden gehaald. Er resteert voor dit jaar nog een bedrag van circa € 485.417 voor de plankosten van nieuwe projecten in definitiefase (onderstaande tabel). In deze tabel is ook zichtbaar dat een aantal projecten sinds geruime tijd in definitiefase zit (2019/2021). In de jaarrekening wordt toegelicht waarom deze nog niet afgesloten kunnen worden. Ook wordt duidelijk dat voor Westerpoort en Willem de Zwijgerlaan veel middelen uit het krediet beschikbaar zijn gesteld.
Omschrijving | Bedrag | |||
---|---|---|---|---|
Totaal beschikbaar tot en met 2024 via begroting | € 9.164.000 | |||
Opnieuw beschikbaar gesteld t/m 2025 | € 7.021.021 | |||
Reeds afgesloten projecten in definitiefase in voorgaande jaren incl. 2024 | -€ 10.291.248 | |||
€ 5.893.773 | ||||
2025 Begroting uit de reserve plankosten | € 628.000 | |||
Totaal beschikbaar | € 6.521.773 |
Projectomschrijving | Leids project of project Derden | B&W besluit | Uren tot | Begrote kosten tot kaderbesluit |
---|---|---|---|---|
Lopende projecten | ||||
Diamantplein e.o. | Leids project | BW19.0333 | 3.834 | 393.000 |
Westerpoort ( vh Paardenwei ) | Leids project/derden | BW19.0486 | 2.770 | 1.664.000 |
Herinrichting openbare ruimte Verbeekstraat | Leids project | BW21.0412 | 1.305 | 137.000 |
Herontw. Rivierenbuurt in Meerburg | Leids project | BW22.0030 | 690 | 72.400 |
Geb. visie Willem de Zwijgerlaan | Leids project | BW22.0290 | 13.477 | 1.496.000 |
Parkeergarage M Kavels | Leids project | BW22.0458 | 2.682 | 297.720 |
Herhuisvesting muziekeducatie en -programmering | Leids project | BW22.0494 | 7.110 | 789.181 |
Nieuwe Stadswerf | Leids project | BW 23.0350 | 171.000 | |
Volkstuinen Oostvlietpolder uren | Leids project | BW 23.0387 | 141.755 | |
ROC vondellaan | Leids project | WJT-545-2024 | 454.000 | |
Aanvulling bibliotheek | Leids project | 304.300 | ||
Cronesteinkade | Leids project | 300.000 | ||
Totale onttrekking | 31.868 | € 6.220.356 | ||
Resterende bedrag voor 2025 | € 301.417 |
Aanvraag onderweg, nog niet door college/raad besloten | ||||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Leids project of project Derden | B&W besluit | Uren tot | Begrote kosten tot kaderbesluit |
verbouwing Le Pooleweg 6 (DZB – chocoladefabriek | 150.000 | |||
Stadswerf | 390.000 | |||
Gerevolveerd voor Westerpoort | -654.000 | |||
Geb. visie Willem de Zwijgerlaan | 430.000 | |||
Onttrekking reserve plankosten definitiefase | -500.000 | |||
Totaal aan aanvragen onderweg | -184.000 | |||
Resterend voor nieuwe aanvragen | € 485.417 |
Plankosten reserve
Bij de instelling van de reserve bedrijfsvoering plankosten, waaruit het krediet plankosten definitiefase is
gedekt, is vastgesteld dat deze primair bedoeld is voor dekking van de plankosten van projecten in definitiefase en secundair voor het oplossen van knelpunten met betrekking tot het uitvoering van deze systematiek.
Plankosten krediet in definitiefase van infrastructurele werken
In de bijgevoegde tabellen treft u de stand van het krediet plankosten in definitiefase van projecten van infrastructurele werken. Dit krediet wordt gevoed door een jaarlijkse onttrekking aan de reserve bereikbaarheidsprojecten en is ingesteld vanuit het oogpunt van transparantie, monitoring en bewaking. Bij elk Projectplan definitiefase waarbij voor plankosten in definitiefase een beroep wordt gedaan op het plankostenkrediet, wordt in een separaat collegevoorstel plankostenkrediet aangevraagd. Deze werkwijze is voor het bestuur een goede grondslag voor enerzijds een betere beheersing van plankosten en anderzijds voor prioritering van de projectenportefeuille. Ofwel: het bestuur geeft keer op keer bewust fiat aan het investeren van voorbereidingstijd in projecten en weet precies hoeveel geld hiermee gemoeid is. Op het moment dat er een aanvraag voorbereidingskrediet (voorheen Kaderbesluit) wordt genomen, worden de kapitaallasten over de plankosten in definitiefase infra verrekend met de hiervoor begrote stelpost kapitaallasten. Indien een project geen doorgang vindt, kunnen de kosten uiteraard niet worden meegenomen in de totale projectkosten. In dat geval komen de lasten uit de definitiefase ten laste van het programma mobiliteit. Er resteert momenteel nog een bedrag van circa € 971.882.